Projectbesluit Museumkavel Zuidas

Versie voor de website, niet alle afbeeldingen zijn opgenomen

concept projectbesluit

MUSEUMGEBIED ZUIDAS

december 2004

Colofon

Projectgroep Museumgebied

Ron van Soest (Stadsdeel ZuiderAmstel)

Dries Jense (OGA)

Iris van Scheppingen (dIVV)

Hans van der Made (dRO)

Ron Voskamp (Projectbureau Zuidas)

Anja Segers (PMB)

Tobias Baardman (PMB)

Michel Crolla (PMB)

Afbeeldingen en lay-out: Menno Moerman en Johan Snel (dRO)

Amsterdam, december 2004

Inhoud

1. Inleiding

2. Plangebied

3. Visie Zuidas 2004: algemene uitgangspunten

4. Gewenste ontwikkelingen

5. Stedenbouwkundige opgave

6. Stedenbouwkundige randvoorwaarden

7. Milieu, duurzaamheid en ecologie

8. Verkeer en infrastructuur

9. Grondproductie

10.Vervolgtraject/Planning

▲kaart 1: ligging plangebied in Amsterdam (niet opgenomen, FW)

►kaart 2: plangrenzen

▼kaart 3: bestaande bebouwing in plangebied

1. Inleiding

Het Projectbesluit is de eerste formele stap in de ontwikkeling van het Museumgebied, een belangrijk onderdeel van het grootstedelijk project Zuidas. Het Projectbesluit wordt na advies van de centrale stad op stadsdeelniveau vastgesteld en bevat randvoorwaarden voor de verdere plan- en besluitvorming op centraal niveau. Het museumgebied heeft haar naam gekregen door het initiatief een Design Museum te stichten in dit plangebied.

Aan dit Projectbesluit is een besluit van het college van B&W d.d. 30 juni 2004 vooraf gegaan om in te stemmen met:

– het inhoudelijke concept van een Design Museum aan de Zuidas;

– het verder uitwerken van de publiek private samenwerking met ING Real Estate voor de ontwikkeling, realisatie en exploitatie van het Design Museum, gerelateerd aan een ontwikkelingsrecht van ING Real Estate voor het Museumgebied en

– het voorbereiden van een museumstichting met als initiatiefnemer ING Real Estate.

Daarnaast is een aantal uitgangspunten afgeleid van de Visie Zuidas 2004. Dit geheel vormt de basis voor onderhavig Projectbesluit.

Naast het besluit van het college van B&W vormen de volgende ontwikkelingen de aanleiding voor het Projectbesluit:

– de mogelijke verplaatsing van het Sint Nicolaas Lyceum van de Prinses Irenestraat naar de ROC-kavel in de Fred. Roeskestraat;

– hoe om te gaan met de Sint Nicolaas kapel en het convict;

– het uitwerken van het ontwikkelingsrecht van ING Real Estate van 60.000 m2  commerciële bebouwing (50/50 wonen/werken) in het Museumgebied;

– het uitwerken van het principe “groen voor rood” in samenwerking met de Vereniging Vrienden van het Beatrixpark en

– het initiatief om een privaat museum in plaats van de locatie Prinses Irenestraat een plaats te geven in Museumgebied.

Vanwege de veelheid aan ontwikkelingen in het Museumgebied is een integrale ontwikkeling noodzakelijk, die wordt gestart door het Projectbesluit.

Achtereenvolgens wordt in dit Projectbesluit ingegaan op de huidige kenmerken van het plangebied, de algemene uitgangspunten uit de Visie Zuidas 2004, de gewenste ontwikkelingen, de stedenbouwkundige opgave en randvoorwaarden, milieu duurzaamheid en ecologie, verkeer en infrastructuur, de grondproductie, het vervolgtraject en de planning.

2. Plangebied

Ligging plangebied

Het Museumgebied ligt ten noordoosten van het centrumgebied van de Zuidas, aan de zuidwestrand van het Beatrixpark langs de Beethovenstraat. Op kaart 1 is de ligging van het plangebied weergegeven. Kaart 2 geeft de grenzen van het plangebied aan. Het plangebied is circa 7 hectare groot.

Het gebied valt juridisch planologisch momenteel grotendeels onder het Uitbreidingsplan “Zuider-Amstelkanaal” en is deels AUP gebied.

Huidige functies

Momenteel wordt het plangebied gekenmerkt door de aanwezigheid van verschillende gebouwen met diverse functies:

– de Christus Geboortekerk;

– het Sint Nicolaas Lyceum;

– de Sint Nicolaas kapel;

– het Sint Nicolaas convict;

– een tijdelijk Kinderdagverblijf;

– een stadsdeelwerf;

– een drietal transformatorhuisjes en

– parkeren op straat.

Op kaart 3 staan de verschillende gebouwen in het plangebied aangegeven. Verder bestaat een substantieel deel van het plangebied uit openbare ruimte, deels als onderdeel van het Beatrixpark (de natte vallei).

3. Visie Zuidas 2004: algemene uitgangspunten

Al in 1998 zijn de eerste contouren van de Zuidas vastgelegd in het Masterplan Zuidas. In 2001 is voor de ontwikkeling van de Zuidas de Visie Zuidas 2001 door de gemeenteraad vastgesteld. De gemeente toetst de ambities voor de Zuidas voortdurend aan nieuwe inzichten. Hiervoor is de Visie Zuidas, stand van zaken 2004 opgesteld die de ontwikkelingsrichting bevestigt die in de Visie Zuidas 2001 is vastgelegd. De Visie Zuidas 2004 vormt de leidraad voor de ontwikkeling van de deelgebieden van de Zuidas in de komende jaren. In de Visie Zuidas 2004 wordt de ambitie voor de Zuidas samengevat als de ontwikkeling van een (inter)nationale toplocatie voor wonen, werken en voorzieningen met de volgende kenmerken:

– uitstekende bereikbaarheid;

– functiemenging;

– hoge dichtheden;

– hoge kwaliteit van de openbare ruimte;

– duurzaamheid en flexibiliteit;

– sociale veiligheid en goed beheer.

Het doel voor de Zuidas is om een nieuw, levendig stadscentrum te creëren met een mix aan gebruikersgroepen en een aantrekkelijke openbare ruimte; een gebied waarin je prettig kunt verblijven. Het stedenbouwkundig wensbeeld voor de Zuidas bestaat uit een grondpatroon dat fijnmazig en compact is. In het stadsbeeld van de Zuidas wordt rekening gehouden met de stedenbouwkundige kenmerken van de omliggende buurten.

▼kaart 4b (niet opgenomen, FW)

▼kaart 4a (niet opgenomen, FW)

4. Gewenste ontwikkelingen

Profiel en functies

Het Museumgebied vormt de noordoostelijke overgang tussen het stedelijk centrummilieu van het kerngebied van de Zuidas en het Beatrixpark. In de Visie Zuidas 2004 wordt een nieuwe inrichting voorzien van de bestaande situatie in het plangebied. Het deel van het huidige park dat ligt ingeklemd tussen het Sint Nicolaas Lyceum en de A10, zal worden bebouwd. Om van het Beatrixpark meer een eenheid te maken zal een deel van de ruimte van het Sint Nicolaas Lyceum aan het park worden toegevoegd. Immers nu doorsnijdt het Sint Nicolaas Lyceum het park.

Op die manier kan invulling worden gegeven aan het “groen voor rood” principe, waarbij het toekomstige parkoppervlak in het plangebied in de eindsituatie even groot is als het huidige het parkoppervlak in het plangebied (zie kaart 4).

Programma

Momenteel heeft de bebouwing een omvang van circa 16.000 m2  bestaande uit diverse functies (waaronder Sint Nicolaas Lyceum: circa 12.000 m2 , convict en kapel: circa 2.600 m2 , kerk circa 1.000 m2 ).

Doelstelling is een gemengd programma van circa 87.000 m2  nieuwbouw te realiseren, bestaande uit: 30.000 m2  wonen, 30.000 m2  werken, 10.000 m2  voorzieningen en 17.000 m2  museale en daaraan gerelateerde functies. Hierbij wordt uitgegaan van de sloop van een groot deel van de huidige gebouwen in het gebied. Per saldo wordt daarmee circa 70.000 m2  bebouwing toegevoegd.

Het toekomstige Design Museum is als stedelijke voorziening een belangrijke programmatische toevoeging voor de Zuidas als geheel. Met de totstandkoming van dit museum ontstaat een ankerpunt op gebied van culturele voorzieningen in de Zuidas, waarmee een levendige plek ontstaat die mogelijk andere culturele functies aantrekt. Naast het Design Museum loopt een ander initiatief voor een volledig privaat gefinancierd museum. De mogelijkheden voor de inpassing, als alternatieve locatie voor eerstbedoelde locatie aan Prinses Irenestraat, van dit initiatief zal onderdeel zijn van de planstudie. De wisselwerking tussen deze publiekstrekkers en het Beatrixpark biedt goede aanknopingspunten voor een levendige openbare ruimte.

De woningen zijn bedoeld voor mensen in verschillende levensfasen en in diverse inkomensgroepen. Circa 30% van het aantal woningen dient in de goedkope sector te worden gebouwd, waarbij onder andere gedacht kan worden aan atelier- en seniorwoningen.

5. Stedenbouwkundige opgave

De stedenbouwkundige opgave is tweeledig.

Ten eerste het maken van een ruimtelijk en functioneel ontwerp ter voorbereiding op het realiseren van het gemengde programma van circa 87.000 m2 . Dit programma komt op een voor de Zuidas strategische locatie; tussen park en centrumgebied, waarbij een aanzienlijk deel van een nieuwe parkrand van het Beatrixpark wordt vormgegeven. De Vereniging Vrienden van het Beatrixpark heeft aangegeven bereid te zijn mee te denken en mee te zoeken naar voor alle partijen acceptabele oplossingen voor de overgang van bebouwing van park naar stad.

Ten tweede het positioneren en vormgeven van twee musea op een wijze die betekenis geeft aan deze functies als bijzondere openbare en culturele functies in de Zuidas, maar ook in Amsterdam.

De omvang en samenstelling van het programma zijn taakstellend. De geluidhinder van de A10 leidt tot een zekere tweedeling: wonen vooral in het noordelijke deel aan het park en de andere functies vooral in het zuidelijk deel. De musea in combinatie met andere voorzieningen en kantoren kunnen leiden tot synergie en binding, zowel functioneel (concept), als stedenbouwkundig (verkaveling), als bouwkundig (architectuur).

In het gebied zijn vanwege de ligging aan het park ideale condities voor een zeer hoge woonkwaliteit in een bijzonder woonmilieu.

Voor de ruimtelijke indeling van het gebied wordt, in tegenstelling tot het nabijgelegen kerngebied van de Zuidas, vooral gezocht naar mogelijkheden voor de ontwikkeling van relatief kleinschalige (eventueel solitaire) kantoorgebouwen van 5.000 à 10.000 m2 . Hiermee zou voldaan kunnen worden aan een specifieke vraag naar kantoren op de Zuidas, waarmee bedrijven de mogelijkheid wordt geboden hun eigen identiteit te tonen.

In combinatie met het gewenste programma en de dichtheden zoals vastgelegd in de Visie Zuidas is dit een moeilijke maar ook uitdagende opgave, die typologische onderzoek naar gebouwtypen en verkaveling noodzakelijk maakt.

De Visie Zuidas is richtinggevend voor de structuur en zonering van het plangebied. Belangrijk daarin zijn de zichtlijnen tussen het kerngebied en het park. Alle oost west straten zijn zichtlijnen op open en groene ruimtes ter weerszijden van de Zuidas. Het plangebied is een schakel in een doorgaande oost west hoofdroute voor langzaam verkeer, maar ook in de verbinding tussen het station Zuid/WTC en de RAI. In de Visie Zuidas 2004 is een aantal doelstellingen voor de openbare ruimte geformuleerd:

– een binnenstedelijke sfeer die zich kenmerkt door levendigheid, drukte van mensen en verkeer;

– een heldere en ingetogen ingerichte openbare ruimte met tijdloze kwaliteit, opgewassen tegen constante verandering en

– beheer dat een constante kwaliteit moet garanderen.

De opgave voor de openbare ruimte in het Museumgebied is om het genoemde “groen voor rood” principe op een natuurlijke manier vorm te geven. Hierdoor ontstaat er een goede overgang tussen het kerngebied Zuidas en het Beatrixpark, waarin ook het bestaande en het extra wateroppervlak een plaats kunnen krijgen.

De keuzes voor de fasering van de ontwikkeling van het gebied en de ingrepen in de infrastructuur zijn richtinggevend. Daarnaast zijn er veel ruimtelijke claims, gesteld vanuit de planontwikkeling op een hogere schaal, die moeten worden ingepast. Dit zijn bijvoorbeeld hoofdtracés kabels en leidingen, waterberging, waterkering en een mogelijke derde afslag van de A10. De beperkingen van vandaag zouden echter niet de beperkingen van morgen mogen zijn. Dit vraagt om een uitgekiende en strategische verwerving en fasering, maar ook om een aantal heldere keuzes over vaste punten en randvoorwaarden.

6. Stedenbouwkundige randvoorwaarden

Algemeen

De Visie Zuidas vormt de stedenbouwkundige onderlegger voor het gebied. Zaken als hoogteopbouw, rooilijnen, stedenbouwkundige typologie etc. zijn hierin opgenomen.

De planvorming wordt vooralsnog onafhankelijk vormgegeven van het Dok (de ondertunneling van de A10 en de sporen ter hoogte van de Zuidas). Zo zal er onder andere rekening worden gehouden met de geluidshinder van de A10. Wel wordt in de planvorming een mogelijke derde afslag van de A10 (die nodig is voor het Dok) meegenomen, maar dan enkel in de vorm van het zogenaamde “kwartjesmodel”. In dit model wordt het Museumgebied niet/nauwelijks door de derde afslag doorsneden.

Verkaveling

Voor de verkaveling van het Museumgebied zal de te verwachten geluidsoverlast van belang zijn. Mogelijk zullen de kantoren een geluidswerende functie kunnen vervullen voor de woningen. Ook zal het gefaseerd beschikbaar komen van delen van het plangebied een rol kunnen spelen bij de verkaveling.

Bouwhoogte en dichtheid

In het plangebied zal gezocht worden naar een evenwichtige hoogteopbouw. Volgens de Visie Zuidas 2004 heeft de typerende Zuidas bebouwing een laagsgewijze opbouw bestaande uit op elkaar gestapelde bouwvolumes.

Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen torenbebouwing en basisbebouwing van maximaal 30 meter hoog.

Ook in het Museumgebied zal de basisbebouwing maximaal 30 meter hoog worden. Daarnaast is het mogelijk in het gebied hoogteaccenten toe te voegen. De exacte hoogtes daarvan zullen voor het Uitvoeringsbesluit nader worden onderzocht.

In het kader van een evenwichtige hoogteopbouw is met name de overgang tussen enerzijds het Museumgebied en anderzijds het Beatrixpark en de omliggende bebouwing van belang. Deze overgang zal daarom in een vroeg stadium onderwerp van studie zijn. In deze studie zal onder andere aandacht besteed worden aan de schaduwwerking van de nieuwe bebouwing.

In de Visie Zuidas 2004 is voor het zuidelijke deel van het Museumgebied een floor space index (fsi) tussen 5 en 7 opgenomen en voor het noordelijke deel een fsi tussen 3 en 5. Dit houdt in dat de dichtheid vanaf de A10 zal aflopen naar het noorden.

Parkeren

In principe vindt parkeren onder maaiveld plaats, rekening houdend met de ontwikkelingsfasering. Voor de bestemmingen woningen en kantoren zullen de voor de Zuidas geldende parkeernormen worden gehanteerd. Voor de voorzieningen geldt maatwerk.

Geluid

In het Museumgebied valt geluidsoverlast te verwachten van de A10 en de sporen. De mogelijke toekomstige ontwikkeling van het Dok zal van invloed zijn op de geluidhinder in het gebied. Dit is onderdeel van de MER-tracéprocedure, inclusief de bijbehorende mitigerende maatregelen. De toekomstige verkeers- en ontsluitingsfunctie in relatie met de mogelijke derde afslag van de A10 voor het Dok, is ook van invloed op het toekomstige geluidsbelastingniveau in het gebied. Om te voldoen aan de eisen in de verruimde Wet Geluidhinder én woonkwaliteit te bieden, dient te worden voorzien in een (hoogwaardig ingerichte) geluidsluwe private buitenruimte. In verband met uitzicht en geluidsoverlast is de situering van de woonfunctie een belangrijk aandachtspunt.

Water

Om wateroverlast te voorkomen, is het van groot belang dat er voldoende waterberging in de hele Zuidas aanwezig is. Oppervlaktewater dat vanwege de ontwikkeling van de Zuidas verdwijnt, moet elders in het gebied volledig terugkomen. Bovendien moet 10% van het oppervlak dat wordt verhard, als open water aan het gebied worden toegevoegd. Extra oppervlaktewater is noodzakelijk om een goede afvoer en berging van regenwater bij extreme regenbuien te garanderen. Deze voorwaarden zullen in de planvorming voor het Museumgebied worden meegenomen. In het Beatrixpark bevindt zich reeds veel groen en water dat bijdraagt aan het bijzondere karakter van het plangebied.

In het dijklichaam van de A10 ligt een waterkering. Onderzocht moet worden of deze in de huidige vorm gehandhaafd kan blijven en wat de gevolgen en randvoorwaarden zijn voor de (ondergrondse) bebouwing.

7. Milieu, duurzaamheid en ecologie

Milieu

Op het gebied van milieu wordt een hoog ambitieniveau nagestreefd zoals verwoord in de Visie Zuidas 2001 en de Visie Zuidas 2004. Doel is een duurzaam en leefbaar stedelijk milieu, waarin spaarzaam met de schaarse ruimte, grondstoffen en energie wordt omgegaan en waarin een duidelijke stap wordt gezet richting duurzame energiebronnen en watersystemen.

De vigerende landelijke milieuwetgeving is het kader waaraan de bouwplannen dienen te voldoen. De doelstelling voor de energieprestatienorm (EPC) wordt vastgesteld in het Uitvoeringsbesluit.

Duurzaamheid

Een van de mogelijkheden om spaarzaam met ruimte en materialen om te gaan is het duurzaam programmeren. Flexibele stedenbouwkundige en architectonische plannen maken op de lange termijn uitwisseling mogelijk tussen kantoren en woningen. Conform de Visie Zuidas 2004 is de doelstelling om een minimale bruto-verdiepingshoogte van 3,30 meter te realiseren. Hiermee blijft de uitwisseling tussen wonen en werken in de toekomst mogelijk, waarmee het streven naar duurzaamheid is gediend. Bovendien wordt het wonen in het gebied daarmee aantrekkelijker. De mogelijkheden voor duurzaam programmeren dienen in het vervolgtraject nader te worden onderzocht.

Ecologie

Het Beatrixpark vormt een belangrijke schakel in de ecologische verbinding tussen Amstel en Schinkel. Uitgangspunt is dat het parkoppervlak door de ontwikkeling van het Museumgebied gelijk blijft (“groen voor rood”). Bij de inrichting van de nieuwe parkdelen zal worden aangesloten op de bestaande kwaliteiten van het Beatrixpark.

8. Verkeer en Infrastructuur

Bereikbaarheid en verkeer

De wijze waarop het Museumgebied in de toekomst kan worden ontsloten, is sterk afhankelijk van het wel of niet doorgaan van een aantal (infrastructurele) ingrepen in de omgeving van het plangebied. Vooral de relatie met de eventuele derde afslag bij het Dok is een punt van nader onderzoek. Andere kwesties zijn het eventueel verlagen van de Strawinskylaan.

De Beethovenstraat is in de Visie Zuidas 2004 gedefinieerd als stadsstraat. Stadsstraten zijn drukke, veelzijdige straten met veel verkeerssoorten, waarmee de Zuidas voor snel en langzaam verkeer aangesloten wordt op het stedelijk netwerk. De andere straten zijn van locale betekenis. Hier bevinden zich de individuele kavelontsluitingen. Vaak zijn deze straten ook belangrijke fietsverbindingen. Vanuit het Beatrixpark loopt nu al een belangrijke fietsverbinding door het plangebied. De oversteekbaarheid van de Beethovenstraat maakt niet direct onderdeel uit van het Museumgebied, maar vormt een belangrijk aandachtspunt voor de uitwerking van het profiel en de ontsluiting van het plangebied.

Openbaar vervoer

Het station Zuid/WTC, waar alle verkeersmodaliteiten bij elkaar komen, ligt op loopafstand van het plangebied. Dit station wordt voor 2,5 miljoen mensen binnen 45 minuten bereikbaar. Verder rijdt tram 5 langs het Museumgebied door de Beethovenstraat.

Kabels en leidingen

In het plangebied bevinden zich naast de huisaansluitingen, diverse doorgaande kabels en leidingen. De aanwezige transformatorhuisjes hebben deels een functie voor Railinfra en GVB. In de Visie Zuidas is een Integrale Leidingen Tunnel (ILT) door/langs het Museumgebied voorzien.

9. Grondproductie

Eigendom gronden

Het eigendom in het gebied is verdeeld. De centrale stad, het stadsdeel en ING Real Estate hebben echter de meeste kavels in eigendom dan wel belegd met een recht tot koop.

Beëindiging bestaand gebruik

Zoals gezegd wordt het plangebied momenteel gekenmerkt door de aanwezigheid van verschillende gebouwen met diverse functies. Voor (een deel van) deze functies zullen er alternatieven gerealiseerd moeten zijn voordat tot de beëindiging het bestaand gebruik van de verschillende gebouwen kan worden overgegaan. De fasering van de nieuwe inrichting van het plangebied zal wellicht mede worden bepaald door de beschikbaarheid van het gebied, hetgeen ook een rol kan spelen bij de verkaveling.

Bodemonderzoek

In 2001 is door de Milieudienst een historisch bodemonderzoek verricht waarin geen bijzonderheden zijn opgemerkt.

Resultaten en kosten

Voor het plangebied wordt een grondexploitatiebegroting opgesteld. Daarin worden de kosten van het bouw- en woonrijp maken (inclusief de kosten voor het nieuw in te richten parkdeel) opgenomen en de te verwachten opbrengsten uit de gronduitgifte. De grondprijzen worden jaarlijks per locatie en bestemming door de gemeenteraad vastgelegd en zijn marktconform voor commerciële functies. Voor de inrichting van de openbare ruimte van het plangebied wordt, volgens het Plan Openbare Ruimte Zuidas, een standaard inrichtingsniveau nagestreefd. Uitgangspunt is een positief grondexploitatieresultaat.

10. Vervolgtraject/Planning

Studies

De volgende studies dienen na het Projectbesluit te worden uitgevoerd:

– onderzoek in overleg met de Vereniging Vrienden van het Beatrixpark naar de overgang van park naar stad;

– onderzoek naar de mogelijkheid van uitplaatsing van het Sint Nicolaas Lyceum, de Christus Geboortekerk en de stadsdeelwerf;

– onderzoek naar de mogelijkheden voor herontwikkeling van de kapel en het convict;

– onderzoek in samenwerking met ING Real Estate naar gebouwtypen, verkaveling en woonconcepten;

– verkeerskundige toets (verkeers- en ontsluitingsfunctie) voor het plangebied en omgeving;

– onderzoek naar geluid en geluidsoverlast in het gebied;

– onderzoek luchtkwaliteit in het kader van het Besluit luchtkwaliteit;

– MER/m.e.r.-beoordeling Museumgebied/Musea.

– afhankelijk van de bouwhoogtes onderzoeken van de effecten van hoogbouw;

– nader onderzoek naar inpassing van de waterkering, grondwater en watercompensatie;

– vervolg bodemonderzoek en

– ecologische toets, wet flora en fauna e.d.

Uitvoeringsbesluit

Na vaststelling van het Projectbesluit wordt het Uitvoeringsbesluit voorbereid. Onderdeel van het Uitvoeringsbesluit zijn het Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE), mogelijk een ontwerp-bestemmingsplan en de grondexploitatiebegroting met toetsingsrapport. Het Uitvoeringsbesluit wordt opgesteld door de projectgroep Museumgebied bestaande uit vertegenwoordigers van de centrale diensten en stadsdeel ZuiderAmstel. Besluitvorming van het Uitvoeringsbesluit wordt voorbereid door het ProjectManagersOverleg (PMO) en door het Bestuurlijk Overleg Zuidas (BOZ) vrijgegeven voor inspraak. Alvorens vaststelling van het Uitvoeringsbesluit kan plaatsvinden, vindt over het concept Uitvoeringsbesluit inspraak plaats en wordt door het stadsdeel ZuiderAmstel advies gegeven. De vaststelling geschiedt uiteindelijk door de gemeenteraad.

BLVC

De Projectorganisatie Zuidas is zich bewust van de invloeden, die de uitvoering van het project Museumgebied op de omgeving heeft. Inzake een goede borging van de aspecten Bereikbaarheid, Leefbaarheid en Veiligheid van bouwlocatie en bestaande omgeving wordt bezien hoe deze aspecten in alle stadia van de projectvoorbereiding meegenomen kunnen worden. Bereikbaarheid, Leefbaarheid en Veiligheid vragen om een goede Communicatie naar de omgeving (BLVC).

Communicatie

Communicatie en informatie over het project Museumgebied vindt plaats via de nieuwsbrief Zuidas en via de website www.zuidas.nl of www.zuideramstel.amsterdam.nl. Belanghebbende partijen zoals de huidige gebruikers van het gebied worden voorafgaand aan de besluitvormings-procedure geconsulteerd. Over het Projectbesluit en later het Uitvoeringsbesluit vindt inspraak plaats. Verder zal de directe omgeving, tijdens de ontwikkeling van het project, door het stadsdeel worden geïnformeerd middels bewonersbrieven.

Beheer openbare ruimte

Het stadsdeel is de beheerder van de openbare ruimte in het Zuidasgebied. Het maaiveldontwerp voor het Museumgebied zal te zijner tijd dan ook in overleg met de sector Beheer van het stadsdeel worden opgesteld. Het openbare gebied moet uiteraard goed te beheren zijn, er kwalitatief goed uitzien, leefbaar en veilig zijn.

Planning

De mijlpalen in de planning zijn:

– vaststelling projectbesluit door Stadsdeel Zuideramstel

1e  kwartaal 2005

– vaststelling uitvoeringsbesluit door gemeenteraad

4e  kwartaal 2005

– eerste ter visie legging bestemmingsplan

4e  kwartaal 2005

– vroegst mogelijke start bouw Design Museum

4e  kwartaal 2007

var gaJsHost = ((“https:” == document.location.protocol) ? “https://ssl.” : “http://www.”);
document.write(unescape(“%3Cscript src='” + gaJsHost + “google-analytics.com/ga.js’ type=’text/javascript’%3E%3C/script%3E”));

try {
var pageTracker = _gat._getTracker(“UA-754822-40”);
pageTracker._trackPageview();
} catch(err) {}